Zware lever


Aanstormende golven slaan stuk op de vierkante betonblokken die de Zuidpier van IJmuiden de zee in begeleiden. Nevels van dikke zoute druppels waaieren over de pier.
  Tussen de opeenvolgende klappen van de zee wordt driftig gescharreld op de met wier en pokken begroeide zeezijde van de betonblokken. Paarse strandlopers zijn op zoek naar kleine schelp- en schaaldiertjes, die ze in hun geheel doorslikken. Het zijn nijvere beestjes. Zodra een golf zich terugtrekt in zee, snellen de strandlopers naar het zojuist overspoelde oppervlak voor verse prooi.
  De zee zorgt voor een constante aanvoer van voedsel. Zo constant dat paarse strandlopers in de winter niet de moeite nemen om vetreserves aan te leggen. De zee bevriest vrijwel nooit, dus dagen zonder voedsel zijn zeldzaam.
  Zelfs boven de poolcirkel, in het noordelijkste deel van Noorwegen, waar alle andere steltlopers de winter ontvluchten, overwinteren paarse strandlopers. En ook daar hebben ze nauwelijks extra wintervet. Wel zijn de darmen de helft en de lever een derde zwaarder dan de vogels die bij ons overwinteren.
  In de noordelijke kou zijn de stookkosten hoog. Dit vraagt om een efficiënte verterings-machinerie die een maximaal rendement behaalt op de ingenomen brandstof. Bij ons wordt blijkbaar een andere afweging gemaakt. Paarse strandlopers hebben namelijk ook baat bij een laag gewicht. Zwaarlijvigheid maakt je minder mobiel, waardoor je roofvogels minder goed kunt ontwijken.