Roodkeelnachtegaal


Gisteren een onwaarschijnlijk mooie januaridag en ook voor morgen belooft de weervrouw veel goeds (later blijkt dat zelfs de warmste januaridag ooit gemeten). Maar vandaag is het mooi pet. Net als we een dagje Texel doen.
  Afijn. Zodra we voet zetten op het eiland lacht Klaas ons zonnig tegemoet, zowel in het echt als meer dan levensgroot vanaf de zijkant van zijn nieuwe, vrolijk bestikkerde busje.
  Eerste stop is de waddendijk voorbij de Cocksdorp. Een grote groep rotjes graast tegen de glooiende dijkhelling. Daartussen minstens één zwarte rotgans, althans, volgens de anderen. Terwijl ik hem zoek gaat de groep op de wieken, over de dijk, richting wad. Balen.
  Langs de hoofdweg stoppen we voor een groep brandjes in de verte, zichtbaar in een wazige nevel van miezerregen. Door de kijker schuifelt een donkere gans door de groep: een roodhals. Het blijken er zelfs twee te zijn. Dat is toch heel aardig voor Texel.
  Door naar Utopia. In een volgende groep rotjes treffen we twee witbuiken met gegumde lichte flanken, die als een stelletje optrekken. En zowaar een nieuwe zwarte rotgans, een bont beest met nekvlekken zo sterk dat ze een volledig witte halskraag vormen.
  Na een kale akker met een duo bonte en zwarte kraai besluiten we tot de boot van twee uur. Het weer wordt almaar minder.
  Op de terugweg met afnemend licht langs de roodkeelnachtegaal van Hoogwoud, voor velen de meest felbegeerde dwaalgast aller tijden. Ook die vogel stelt niet teleur.