Kaapse aalscholvers


Afgelopen jaar las ik het boek Zwerven door Zuid Afrika van grootmeester Jan P. Strijbos. Een vale zwartwit foto van de endemische kustaalscholver, een bruinzwarte vogel met een opvallend kuifje en een mosterdgeel oog, deed me hopen op ook zo'n foto.
  Op de terugweg van de pelagische tocht varen we langs een rotseiland in het water. Behalve pelsrobben broeden hier enkele kustaalscholvers, op een rommelig nest van zeewier. Mooie beesten. Te ver weg helaas voor een serieuze fotopoging.
  Een paar dagen later, in de haven van Lambertbaai, tref ik drie andere aalscholvers die beter meewerken. Op het verschoten rode radiohutje aan de kade broeden Kaapse aalscholvers, onopvallende vogels die geheel donker zijn met uitzondering van het kale gele gebied rond de mondhoek en hun kin.
  De hoge lantaarnpalen langs de kade zijn bezet door witborstaalscholvers. De hals en bovenborst zijn opvallend wit en knallen er ook op grote afstand uit.
  Kroonaalscholvers kunnen me het meeste bekoren. Deze excentrieke vogels zijn tamelijk compact gebouwd. Ze hebben een gele mondhoek en een schraal kuifje van enkele sprietige veren. Voor het robijnrode oogje zit een roze kale bult waar haren uit lijken te steken. Dit komt de textuur van de vogels zeker ten goede.
  Ze broeden in de masten van vissersbootjes. Volgens de vissers varen ze gewoon mee en jagen beide partners onderweg beurtelings.