Nummer vier


Mijn eerste Ross' meeuw zag ik in IJmuiden, zoals het hoort voor een vogelaar uit Zuid-Kennemerland. Het was november 1992 en ik was met Isabelle. We zaten in paviljoen Zuidpier, zij zat te studeren en wat ik deed - geen idee.
  Op zeker moment kwam een gehaast groepje mannen met telescopen langshollen richting pier. Weldra volgden er meer. Dat kon maar één ding betekenen: dwaalgast! De onrust sloeg toe en met instemming van Isabelle ben ik snel gaan informeren. Hoe onwaarschijnlijk ook, het betrof dus een heuse Ross' meeuw.
  Ik spoedde mij terug naar het paviljoen en heb Isabelle op de bus gezet, terwijl ik bleef (inclusief auto) om het meeuwtje te zoeken. Dat soort afspraken valt nog te maken in de begintijd van een relatie. De menigte zwol inmiddels aan en het duurde nog een tijdje voor de vogel dicht langs de pier kwam vliegen.
  Mijn tweede Ross' meeuw zag ik wederom in IJmuiden, in november 1995, drie jaar na de eerste. Ik was destijds nog redelijk verzadigd van de eerste en weet er niet veel meer van.
  Mijn derde Ross' meeuw zag ik in Scheveningen, weer in november, ditmaal 2004. Waren de eerste twee ongekleurd, dit exemplaar had al een duidelijk roze zweem op de borst. Hoewel regelmatig ver op zee, bezocht de vogel nu en dan de pier en liet zicht goed bekijken.
  Mijn vierde Ross' meeuw zie ik vandaag, 3 februari 2018, ditmaal in de vissershaven van Vlissingen.